Literatuur
- Haverkate, H.M. & C.J. van der Peet, Een kerk van papier: de geschiedenis van de voormalige Mariakerk te Utrecht. Deel in de serie 'Clavis Kleine Kunsthistorische Monografieën', nr 2. Zutphen (Walburg), 1985cop. [95 blz. ISBN 90.6011.429.9]. Hierin "Paradijs": blz. 23 (plattegrond van de 1e opzet; halve omvang getekend, maar onbenoemd het 'paradijs'), 35 (plattegrond van de 2e bouwfase; halve omvang getekend met de aanduiding 'paradijs'), 63 (het paradijs, gezien vanaf de Domtoren), 71-72 ("Het 'paradijs'." Oorspronkelijk was de opzet van de voorhal gelijk aan die van de noordelijke voorhal. In de 12e, 13e of vroege 14e eeuw werd de hal uitgebreid naar het zuiden met 2 'compartimenten'. "Aan de zuidoostkant van het 'paradijs' kwam een zware afsluitbare poort, terwijl als toegang tot de oostarm van de pandgang een klein deurtje in de zuidgevel werd aangebracht. In de late veertiende eeuw werd aan deze opzet een overwelfde eerste verdieping toegevoegd die, om het gewelf op de begane grond niet te verstoren, bereikbaar gemaakt werd via een gotische galerij in het transept. Op deze verdieping werden een deel van de kostbare kapittelbibliotheek en de schatkamer gevestigd." Deze ruimte werd later, foutief ook wel 'kapittelhuis' genoemd. De portaalvoorhal werd in 1813-1816 gesloopt.)